Historiek van de ING-kunstcollectie

JMB
© Brussel Deze Week
19/03/2014

Met 2.500 kunstwerken – 3.400 indien de unieke stukken uit de reeksen geteld worden – hoort de Belgische ING Collection tot de top drie van grote kunstverzamelingen binnen de Belgische banksector.

Internationaal gezien maakt ze deel uit van een immens pakket kunstwerken van 15.000 kunstenaars, die de ING-groep in collectie heeft in 900 kantoren wereldwijd, een essentieel onderdeel van de corporate identity. De basis van de Belgische bankcollectie is privé, en behoorde toe aan Baron Léon Lambert, van de gelijknamige Bank Lambert. Hij werd verzamelaar vanuit familietraditie – zijn ouders waren ook kunstliefhebbers. Toen het Hôtel d’Ennetières aan de Marnixlaan, waar zijn familie al drie generaties woonde, afbrandde in februari 1956, werd beslist om de hele site tussen de Troonstraat en de Egmontstraat op te vullen met één groot modern gebouw. Lambert doet eerst beroep op Le Corbusier, die geen tijd heeft om veel naar Brussel te reizen, en bouwt uiteindelijk met de Amerikaan Gordon Bunschaft. De kantoren komen beneden, en op de achtste verdieping komt een privépenthouse, met overal plaats voor kunst. Zijn private collectie wordt in zijn appartement uitgestald, maar vult ook de kantoorruimtes in de bank. Dit sociaal mecenaat bezorgt Lambert renommee. Hij wordt zelfs bestuurder van het Museum of Modern Art in New York (1962). Samen met zijn vriend Bunschaft gaat hij op stap in Amerikaanse galerijen, en hij koopt veel. De collectie ontpopt zich tot een heel eclectisch geheel: de hedendaagse internationale kunstscène wordt opgevolgd, maar er is ook belangstelling voor de kunstenaars actief rond Sint-Martens-Latem zoals Frits Van Den Berghe, Constant Permeke en Gustave De Smet, Afrikaanse en Aziatische kunst, meubilair en erfstukken van zijn grootouders. Topfavoriet en uniek is de kunst uit de jaren 1960 uit The States (Andy Warhol, Rauschenberg, Morris Louis, Alexander Calder) of elders (Henry Moore, later ook Gilbert & George). Het ging telkens om de liefde voor de kunst. Hij vond het een meerwaarde voor het personeel om een venster te hebben op de buitenwereld. In feite was hij een sleutelfiguur die de Amerikaanse kunst in België meer bekendheid bezorgde.

Naast Lambert was er de Bank van Brussel, waarvoor Louis Camu de kunstaankopen deed. Hij was vooral geïnteresseerd in Belgische kunst, van abstracte kunst zoals Gaston Bertrand, Guy Vandenbranden, Georges Collignon, Jef Verheyen,… In 1975 volgt de fusie van de twee banken tot Bank Brussel Lambert (BBL). Léon Lambert verzamelt verder, maar hij begint in 1982-1985 ganse etages van de collectie van de hand te doen. In 1987 mag veilinghuis Christie’s vijftien catalogi verkopen in vestingen in New York, Amsterdam en Londen. Het hoe en waarom van die verkopen bleef ook na zijn dood in 1987 voor veel speculaties zorgen. Waar de Henry Moore sculptuur en het Calder-mobiel terechtgekomen zijn, is niet bekend. In 1987 stromen de twee kunstcollecties van Bank Lambert en Bank van Brussel samen, meteen de basis voor een grote BBL Collection. Als het Marnixpand in 1992 meer dan verdubbelt in oppervlakte, is er nood aan meer kunst. De aankooppolitiek van kunst hervat, inmiddels zijn ook grote reserves voor ‘intensive care approach’ met schuifwandensystemen beschikbaar voor de verzameling. De monumentale werken worden extern bewaard. Ook als de bank deel wordt van ING blijft een aankoopcommissie tot 2008 actief met investeringen in kunst voor de medewerkers. Met een externe raadgever wordt twee tot drie keer per jaar een aankoopvoorstel besproken dat voorgelegd wordt aan de commissie. Een soort mini-expositie van wat kan gekocht worden wordt dan georganiseerd. Op die manier konden telkens een tiental nieuwe werken per jaar de verzameling aandikken. Matthias Weischer, Nobuyshi Araki, Nicholas Nixon, Sandra Vasquez de la Hora, Anja Schrey, Michael Borremans: de collectie hedendaagse kunst is niet min en maakt naast de Latemse School en de Amerikaanse pop-art de derde grote peiler uit van het ING-kunstpatrimonium. Sinds de bankencrisis van 2008 is er echter een culturele aankoopstop.

De bank is vandaag nog bereid om haar collectiestukken uit te lenen aan museale exposities. Momenteel hangt het werk Story Board, On Display en The Neck in de Bozar-tentoonstelling van Borremans. Sinds de bankcollectie in 1995 naar aanleiding van Luxemburg-stad Culturele hoofdstad van Europa te zien was in het Casino Luxembourg, Forum d’Art Contemporain, is geen historisch overzichtswerk meer verschenen over de twintigste-eeuwse verzameling van ING. Na de komende Open Dag voor het personeel, zal de opstelling Collection/Connection van 400 stukken uit de verzameling (zie hiernaast) hopelijk ook voor het publiek sporadisch toegankelijk worden gesteld met rondleidingen.

Meer info op www.ing.be/arts

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni